Wetsvoorstel ‘Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen’ lost weinig op voor nieuwe vrijescholen

25 oktober 2018 Nieuws

De Vereniging van vrijescholen vindt het mooi dat het ministerie van Onderwijs met de beoogde wet ‘Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen’ aandacht heeft voor de keuzevrijheid van ouders en de diversiteit in het onderwijs. Het wetsvoorstel zelf lost alleen weinig op voor initiatiefnemers van nieuwe vrijescholen. Vraagstukken die zij in de praktijk tegenkomen rond de bekostiging, de stichtingsnormen en de huisvestiging worden niet of nauwelijks aangepakt.

Minister van Onderwijs, Slob, wil met het wetsvoorstel beter aansluiten bij de wensen van ouders en leerlingen. Door de regels aan te passen moet het makkelijker worden om een nieuwe school te starten en daarvoor geld van de overheid te krijgen. Steeds meer ouders en leerlingen kiezen vrijeschoolonderwijs, zo blijkt uit de leerlingentoename van ruim 23% in de laatste vijf jaar. Voor deze groeiende groep blijft het in de praktijk een behoorlijke opgave om een nieuwe vrijeschool op te richten.

Belangrijkste aanpassingen

De nieuwe wet maakt het mogelijk om op basis van daadwerkelijke belangstelling van ouders en leerlingen een school te stichten. Een initiatiefnemer kan voor het meten van de belangstelling gebruik maken van ouderverklaringen of een marktonderzoek. Op basis van de belangstelling wordt berekend of de school op lange termijn in staat is om voldoende leerlingen aan zich te binden.

Daarnaast regelt het wetsvoorstel dat voortaan voorafgaand aan de oprichting van een school door Inspectie van het Onderwijs wordt getoetst op kwaliteit. Op die manier ontstaat meer zekerheid dat een school zal bijdragen aan goed onderwijs. In het wetsvoorstel wordt op verschillende manieren rekening gehouden met het bestaand onderwijsaanbod. Een initiatiefnemer nodigt de bestaande schoolbesturen, het samenwerkingsverband en de gemeente uit voor een gesprek waarin kan worden besproken of ideeën ook binnen een bestaande school vorm kunnen krijgen.

Proces intreding nieuwe wet

In principe is het de bedoeling dat de wet inwerking treedt voor 1 augustus 2019. Dat is wel afhankelijk van de parlementaire besluitvorming. Na indiening van een wetsvoorstel is het gebruikelijk dat de Tweede Kamer eerst schriftelijke vragen stelt. Daarna volgt er een debat met de minister. Als de meerderheid van de Tweede Kamer akkoord is met het wetsvoorstel, dan gaat het naar de Eerste Kamer. Ook de meerderheid van de Eerste Kamer moet instemmen met het wetsvoorstel voordat het in werking kan treden.

Thema's