Over de vrijeschool

Mensen vragen vaak: wat maakt een vrijeschool, een vrijeschool? En: wat is nou typisch vrijeschoolonderwijs? En: waar staat dat 'vrije' eigenlijk voor? We hebben de meest voorkomende kenmerken van vrijeschoolonderwijs op een rij gezet.

In het kort

Vrijeschoolonderwijs gaat over échte aandacht hebben voor ieder individu. Op de vrijeschool proberen leraren dit unieke te ontdekken en tevoorschijn te laten komen. Vrijeschoolonderwijs gaat uit van de antroposofische menskunde en leert leerlingen zelf betekenis en richting aan hun leven te geven. Zodat ze uitgroeien tot sterke, zelfbewuste, zelfstandige, ondernemende, vindingrijke en authentieke individuen, die in vrijheid hun plek kunnen vinden in de samenleving. Maar hoe gebeurt dat? En wat maakt een vrijeschool een vrijeschool?

Antroposofie wil geen kennis overdragen maar probeert het leven wakker te schuddenRudolf Steiner

Menskunde

Vrijeschoolonderwijs gaat uit van de antroposofische menskunde: de mens is niet alleen een fysiek, maar ook een geestelijk wezen. Met eigen gevoelens, gedachten, idealen en karaktereigenschappen. Dit noemen we het tweeledige mensbeeld. In plaats van alleen aandacht te hebben voor het denkvermogen, kijkt vrijeschoolonderwijs naar het hele kind.

Naast helder denken staat het ontwikkelen van het voelen en het willen centraal. Leraren stimuleren de leerlingen zo dat deze drie aspecten zich gelijkwaardig ontwikkelen. Zodat kinderen kunnen uitgroeien tot evenwichtige volwassenen.

Leeftijdsfasen

Vrijeschoolonderwijs biedt een doorlopende ontwikkelingslijn van kleuterklas tot en met klas 12. Daarbinnen doorlopen de leerlingen verschillende leeftijdsfasen. Ons onderwijs is hierop afgestemd zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De manier van lesgeven verschilt per leeftijdsfase.

Vrijeschoolleraren geven altijd les vanuit het geheel. Ze kijken naar het hele kind en moedigen aan om de wereld te ontdekken met een brede blik. De vrijeschool onderscheidt drie ontwikkelingsfasen van zeven jaar:

  • In de eerste fase (van nul tot zeven jaar) zijn jonge kinderen nog één met de omgeving. ‘De wereld is goed.’ Dit ervaren kinderen door nabootsing. Kleuters brengen daarom de dag voornamelijk spelend-lerend door.
  • De tweede fase (zeven tot veertien jaar) kenmerkt zich doordat kinderen zo rond het 10e levensjaar zichzelf als eigen ik gaan beleven, los van hun omgeving. ‘De wereld is mooi’. Zij ervaren de wereld vaak in beelden. Het leren komt voort uit die beelden en uit ervaringen.
  • In de derde fase (van veertien tot eenentwintig jaar) vormen jongeren hun vermogen tot oordelen. Dat ontlenen ze aan de wereld zoals deze is. ‘De wereld is waar.’

Leren als creatief proces

Op de vrijeschool is ieder leren een kunstzinnig proces waarin authenticiteit en spontaniteit de ruimte krijgen. Het kunstzinnige speelt een centrale rol in het vrijeschoolonderwijs en is even belangrijk als vakken zoals taal en rekenen. Het draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen en leert hen hoe ze in een nieuwe situatie voor de juiste aanpak kiezen. Deze manier van leren vraagt vaardigheden die ontwikkeld worden binnen kunstzinnige vakken als schilderen, handenarbeid, handwerken, muziek en toneel.

De vrijeschool staat voor onderwijs dat leerlingen prikkelt in hun creativiteit, originaliteit en eigen inbreng. En stimuleert?/ontwikkelt naast verbeeldingskracht, expressieve vaardigheden ook gevoeligheid voor schoonheid en esthetiek.

Daarnaast worden het kunstzinnige toegepast in rekenen, taal en wetenschap. Leraren gebruiken creatieve en kunstzinnige methodes om abstracte concepten en leerstof op een levendige en inspirerende manier over te brengen.

Periodeonderwijs

Periodeonderwijs geeft leerlingen vanaf klas 1 de gelegenheid zich een aantal weken te verdiepen in lesstof over één onderwerp. Zo komt bijvoorbeeld in de periode over de rivier de Rijn lesstof uit begrijpend lezen, Nederlands en aardrijkskunde maar ook rekenen aan bod. Op deze manier krijgen leerlingen de kans om zich volledig te verdiepen in het onderwerp. Binnen periodeonderwijs worden ook veel kunstzinnige elementen verwerkt. Tekeningen, schilderijen, gedichten, verhalen en muziekstukken wekken het onderwerp tot leven.

De leraar ontwerpt zelf zo'n periode, waarbij zijn rol verschuift van expert naar adviseur naar begeleider. Als de lesstof eigen is gemaakt, wordt deze in de vaklessen of werkuren geoefend, geuit en geautomatiseerd. Het is een geïntegreerde manier van lesgeven.

Ritme van de natuur

Op de vrijeschool wordt het jaarritme van de natuur gevolgd. Door het vieren van jaarfeesten aan de hand van muziek, verhalen en kunstzinnige uitingen zijn kinderen zich bewust van de natuurlijke cyclus van het jaar. Ook stimuleert het de verbondenheid met en respect voor de natuur.

Euritmie

De vrijeschool vraagt leerlingen zich open te stellen naar andere leerlingen, naar leraren en naar zichzelf. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor het vak euritmie. In deze bewegingsvorm komen klank, ritme en woord samen. Euritmie stimuleert de sociale samenhang en ondersteunt alle andere vakken. Het vormt daarmee een wezenlijk onderdeel van het vrijeschoolonderwijs.

Eigen curriculum

Vrijeschoolleraren hebben flink wat vrijheid om hun lessen zelf vorm te geven. Zij bepalen voor een groot deel zelf wat ze onderwijzen en hoe. Op basis van hun ervaring en kennis passen ze hun aanpak aan op wat leerlingen en klassen nodig hebben. Ze maken zelf lesmaterialen die zinvol zijn voor de leerlingen. Of halen hun inspiratie uit lessen van andere leraren en van lesideeën en voorbeelden op ons intranet.

Het lesaanbod is breed en alle vakken hangen met elkaar samen. Natuurlijk zijn er op vrijescholen vakken als taal, rekenen en lezen. Maar ook bijvoorbeeld schilderen, euritmie, boekbinden en houtbewerking. Het vrijeschoolcurriculum heeft daarnaast bijzondere elementen zoals periodeonderwijs, jaarfeesten en vertelstof.

Voorbeeldfunctie leraren

De vrijeschool wil dat leerlingen zich blijven ontwikkelen, actief meedoen en open staan voor nieuwe dingen. Leraren geven daarin het goede voorbeeld. We noemen dat 'voorleven'. Voorleven gaat over meer dan vaardigheden alleen, het gaat over normen en waarden, over principes en gedrag. Door voorleven leren kinderen bijvoorbeeld om empathie en respect te tonen. Dit voorleven gaat gefaseerd.

In de eerste fase van de ontwikkeling van kinderen bieden vrijescholen een omgeving waarin kinderen gewoontes, gedrag en bezigheden kunnen nabootsen. De leraar speelt hierbij een centrale rol. In de tweede fase dienen ze als een voorbeeld voor de wereld om hen heen, en vertegenwoordigen ze de maatschappij en hoe hiermee om te gaan. In de derde fase kunnen jongeren geïnspireerd worden door leraren in hun levenswijzen, passies en voorkeuren.

Verbondenheid

Op de vrijeschool blijft een leraar vaak meerdere jaren bij dezelfde klas. Hierdoor ontstaat meestal een sterke band tussen leerling en leraar. Door gezamenlijke ervaringen en activiteiten ontstaat een hechte gemeenschap. Leerlingen voelen zich gewaardeerd en gezien. Ook leren ze hoe ze met anderen moeten of kunnen omgaan.

Ontwikkelen van open houding

Jonge kinderen nemen de indrukken van de wereld nog heel diep in zich op. De vrijeschool probeert verwondering en verbeeldingskracht van het jonge kind zoveel mogelijk te behouden. Zodat leerlingen een open houding ontwikkelen ten opzichte van nieuwe kennis, vaardigheden en zienswijzen. Dat uit zich bijvoorbeeld voor de jongsten in het gebruik van natuurlijke materialen. Omdat natuurlijke materialen, naast een zintuiglijke ervaring, vooral ruimte geven aan de verbeelding van het kind.

Voor de wat oudere kinderen uit deze aanpak zich bijvoorbeeld in de manier van verhalen vertellen en perioden behandelen. Zodat kinderen kennis maken met natuur, cultuur en menselijke ontwikkeling. Ook wis-, natuur- en scheikunde, filosofie en religie dienen voor meer dan alleen het overdragen van kennis. Het brengt leerlingen in verbinding met de medemens, de mens in de natuur, in de wetenschap, de mens in zijn streven naar hogere doelen, de mens en zijn plaats in het universum.

Creëren van een vertrouwensbasis

Op vrijescholen krijgen leerlingen de kans zich verbonden te voelen met de omgeving en de tijd waarin ze leven. Zo werken vrijescholen veel samen met de lokale gemeenschap en betrekken ze vaak lokale kunstenaars, ambachtslieden en experts bij het onderwijs. Workshops, excursies naar lokale bedrijven of instellingen en projecten zijn dan ook een belangrijk onderdeel van het onderwijs.

Op deze manier worden leerlingen aangemoedigd om zich bewust te worden van en zich te verbinden met de omgeving en tijd waarin ze leven, en om een gevoel van verantwoordelijkheid en verbondenheid met de wereld om hen heen te ontwikkelen. Dit geeft het vertrouwen dat je als mens een plaats hebt in het universum en ertoe doet. Dat je onderdeel uitmaakt van een groter geheel, waarin jouw eigenheid een plek krijgt.

Voorbereiding op de maatschappij

De vrijeschool draagt bij aan de verbreding en verdieping van interesse voor de maatschappij en de wereld. Door hier op jonge leeftijd mee om te leren gaan, worden leerlingen beter voorbereid op de toekomst.

Het vrijeschoolonderwijs nodigt ook uit om leerlingen heel bewust weerstand te laten ervaren en hiermee om te leren gaan. Zo leren ze tijdens houtbewerken dat de nerven in /van het hout niet altijd doen wat jij wilt. Of dat op het land werken in de regen vraagt om doorzettingsvermogen. Het overwinnen van obstakels kan leiden tot dieper inzicht in een situatie of onderwerp. Zo worden leerlingen uitgedaagd om kritisch na te denken, alternatieve perspectieven te verkennen en complexe problemen op te lossen. Het dwingt ze om zich in te leven en buiten de gebaande paden te denken.

Spiritualiteit

Spiritualiteit neemt een belangrijke plaats in binnen de antroposofie. Het gaat uit van een wereld buiten de zichtbare, fysieke wereld en maakt deel uit van het vrijeschoolonderwijs. Een vraag waar veel vrijeschoolleraren zich mee bezig houden, is: hoe leren we onze leerlingen de wereld waar te nemen zodat ze het wezenlijke zien, ook als dat niet waarneembaar is? Ook speelt verbondenheid met de natuur en het leven als geheel een grote rol. Dit doen de kleuterklassen bijvoorbeeld door de lunch met aandacht en verstilling te beginnen. Zo wordt er bij kleuters in stilte een kaarsje aangestoken en zingen ze met handgebaren:
_
De aarde doet het groeien,
het zonlicht laat het bloeien,
rijp wordt het door de regen.
Eet smakelijk allemaal. _

Ontvang de kinderen met eerbied, voed ze op in liefde en zend ze uit in vrijheid.Rudolf Steiner

Vitaal onderwijs

Vrijeschoolonderwijs is gezondmakend onderwijs dat energie geeft, zowel aan leraren als leerlingen. In onze complexe samenleving zijn stress en prikkels aan de orde van de dag. Gezondmakend onderwijs gaat over rekening houden met de fysieke, emotionele, sociale en spirituele kanten van vitaliteit en het welzijn van kinderen.

Het 'vrije' van vrijeschool

verwarring. Het heeft niets te maken met hoe vrij leerlingen in de klas en op school zijn. De vrijeschool kent juist duidelijke structuren en ritmes in de klas, in het onderwijs én in de hele doorlopende ontwikkelingslijn.

'Vrij' stond 100 jaar geleden voor 'vrij van overheidsbemoeienis'. In deze tijd betekent 'vrij' dat leraren en vrijescholen ruimte hebben om vanuit hun eigen pedagogisch-didactische visie invulling te geven aan hun onderwijs.

Leerkrachten van de vrijeschool laten zien hoe zij werken. Ze vertellen over hun aanpak, hun passie en de visie van de vrijeschool.