In Amsterdam Noord staat sinds 2020 de interculturele basisschool Waldorf aan de Werf. Als directeur van de school streeft Jamilah naar een zo inclusief en divers mogelijk vrijeschoolonderwijs. Dat gaat niet zonder slag of stoot. We spreken met haar over de uitdagingen en opbrengsten tot nu toe.
Anders dan veel van haar collega’s heeft Jamilah geen lange traditie in de vrijeschool. Integendeel, ze werd opgeleid als Montessori-leerkracht en werkte daarna veertien jaar aan de opleiding Pedagogiek van het HvA. Toch kon Jamilah zich goed vinden in de waarden van de vrijeschool. ‘Ik hield mij op de hogeschool veel bezig met inclusiviteit en diversiteit en die thema’s leken mij heel goed passen bij het vrijeschoolonderwijs.’ Ze was dan ook verbaasd te ontdekken dat de meeste vrijescholen nog een sterk christelijke traditie volgen. Natuurlijk begrijpt Jamilah dat Steiners visie honderd jaar geleden prima samenging met het christendom. Op dat moment was de christelijke traditie immers dominant in Duitsland en ook Nederland. ‘Maar Steiners doel was niet om een religieuze school op te richten. Hij wilde onderwijs verzorgen dat gericht is op de verbinding tussen de mensen, de natuur en de samenleving. Als je puur kijkt naar wat Steiner wilde meegeven, hoef je je niet te beperken tot het christendom.’
Op Waldorf aan de Werf streeft Jamilah ernaar alle geloven en culturen even belangrijk te maken. Ondertussen probeert zij ook op het gebied van seksualiteit en gender inclusief te zijn. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Zoals veel vrijeschoolvernieuwers werden ook op Amsterdamse school als eerste de jaarfeesten herzien. Anders dan Marije van der Meij, schoolleider van de vrijeschool Rotterdam-West, kiest Jamilah er niet voor om alle christelijke jaarfeesten te schrappen. ‘Ik snap de keuze voor het behoud van enkel de vier seizoensfeesten heel goed’, vertelt ze, ‘maar op onze school bleek dat geen realistische weg. Voor veel docenten ging het te ver om in een keer afscheid te nemen van een lange traditie. Tegelijkertijd vonden we het zonde om de nieuw opgenomen feesten zoals Keti Koti en Ramadan niet meer te vieren. Die waren inmiddels ook onderdeel van onze identiteit geworden.’ Alle oude én nieuwe feesten elk jaar aanbieden, zou te veel van het team vragen. Daarom koos Jamilah voor een tweejarige cyclus. ‘Op die manier komt elk feest eens per twee jaar voorbij. Het ene jaar Sint Jan en Chanoeka en het andere jaar Ramadan en Sint Maarten.’
Het ene jaar vieren we Sint Jan en Chanoeka, het andere jaar Ramadan en Sint Maarten.-
Je hoeft niet lang op een vrijeschool rond te lopen om te weten dat de christelijke invloeden tot in de kleinste onderdelen terug te vinden zijn. Die elimineren of op zijn minst verrijken met andere culturele en religieuze invloeden, is een hele uitdaging. ‘Sommige dingen gaan verbazingwekkend makkelijk’, herinnert Jamilah zich. ‘Zo had niemand er bezwaar tegen dat de Maria-afbeeldingen uit de klaslokalen verdwenen. Ook een meer gemêleerd aanbod van cultuur- en genderdiverse boeken in de schoolbibliotheek, leidde tot weinig weerstand.’ Hetzelfde geldt voor de sprookjes die in de eerste leerjaren centraal staat. Het bleek niet al te ingewikkeld om Arabische sprookjes aan te bieden naast de gebruikelijke verhaalstof uit Grimm. Maar toen de eerste derde klas op het punt stond te beginnen, kreeg Jamilah het wel degelijk voor haar kiezen. ‘Het thema in dit leerjaar is het Oude testament. De uitdaging was om die zeer Christelijk vertelstof om te vormen naar een thema waarin elk kind zich kan herkennen.’
Na een lange zoektocht besloot de leerkracht van de derde klas het verhaal van Adam en Eva wel te vertellen. Maar niet helemaal zoals gebruikelijk, vertelt Jamilah die wilde breken met de stereotyperingen die het verhaal kenmerken. ‘We besloten de rol van de vrouw veel belangrijker te maken dan in de oorspronkelijke versie. Dat zij uit de rib van Adam geboren wordt, is namelijk niet meer van deze tijd. Door dat onderdeel weg te laten konden de kinderen kennismaken met Eva, de vrouw, als een gelijkwaardig aan de man.’ Aandacht voor de gelijkheid tussen man en vrouw was ook terug te zien in het eindtoneelstuk van de klas. Behalve dat de Christelijke liedjes werden afgewisseld met Hebreeuwse varianten, verdween ook David van het podium. ‘We kozen voor een vrouwelijk hoofdpersonage en maakten van David simpelweg Adeva.’
Als je puur kijkt naar wat Steiner wilde meegeven, hoef je je niet te beperken tot het christendom.-
Op Waldorf aan de Werf vind je geen ‘God’ meer in de ochtendspreuk. Ook de lerarenspreuk is aangepast. In deze spreuk is de aanspreekvorm ‘hij’ veranderd in ‘hen’. Dat past bij het inclusieve karakter van de school waar kleuterleerkrachten liever van ‘kinderen’ spreken in plaats van ‘meisjes’ en ‘jongens’ en deze kinderen naar unisex-toiletten gaan.
Vanuit de wereld van de Geest is dit kind tot ons neergedaald, wij mogen hun raadsel ontsluieren van dag tot dag en van uur tot uur. We ontsteken het licht omdat wij ons herinneren dat het kind in ons is.
Komend jaar start de eerste vierde klas op Waldorf aan de Werf. Traditioneel staat dan de Edda centraal. Voor de leerkrachten betekent dat een nieuwe uitdaging. ‘We hebben niets op de plank liggen dus we zoeken telkens naar nieuwe input en ideeën.’ Gelukkig heeft Jamilah een sterke oudergroep die meedenkt en beschikt ze over een aantal leerkrachten met een diverse achtergrond. ‘We kijken telkens welke kennis we in huis hebben en schakelen experts in waar nodig. Zo hebben we bijvoorbeeld veel aan onze Joodse ouders en werkte een van onze leerkrachten een tijdlang in India op een vrijeschool.’ Helaas heeft Jamilah niemand met een islamitische achtergrond in huis. Ze hoopt dat dat in de toekomst verandert en zowel de leerlingenpopulatie als het eigen team meer divers wordt. ‘Veranderen kost tijd, maar als je een paar mensen met een multiculturele achtergrond in dienst hebt, gaat het een stuk sneller’, weet ze inmiddels.
Vernieuwende initiatieven moeten geen incidentele losse projecten blijven-
Voor de kennis die zij mist, vliegt Jamiliah experts in. ‘Ik nodig bijvoorbeeld Islamologen uit om een workshop te geven. We starten sowieso elk schooljaar met een workshop over diversiteit. Dat is het moment dat we met elkaar onze visie bekijken en bepalen wat we het komende jaar belangrijk maken.’ Op de studiedagen verspreid over het jaar komen de speerpunten terug. Die momenten zijn essentieel om de aandacht niet te verliezen, denkt Jamilah. ‘Je moet zorgen dat mooie, vernieuwende initiatieven niet incidentele losse projecten blijven. Dat kan alleen als je het thema constant aandacht blijft geven en belangrijk maakt.’ De studiedagen zijn daarvoor een goede manier, maar ook in de voortgangsgesprekken houdt Jamilah haar team scherp. ‘Ik vraag expliciet naar de wijze waarop een leerkracht onze visie terug laat komen in de les. Natuurlijk gaat het niet altijd goed en dat is niet erg. Fouten maken mag, zolang je er maar van leert. Als een nieuwe leerkracht voor de getuigschriften christelijk getinte gedichten kiest omdat hij dat nu eenmaal gewend is, ga ik het gesprek aan zodat het volgende keer anders gaat. Ik begrijp ook dat je niet alles in een keer anders kunt doen.’
De grootste uitdaging is om alle opgedane kennis en verworven input de komende jaren te verankeren. Dat is nog een hele kunst, weet Jamilah inmiddels. ‘Ik merk dat er nog matig gedeeld en uitgewisseld wordt. Tussen scholen, maar ook tussen docenten onderling. Dat is zonde want zo moet iedereen die met diversiteit en inclusivitieit aan de slag wil telkens het wiel opnieuw uitvinden. Bovendien ligt het risico op de loer dat waardevolle vernieuwingen niet worden verankerd. En dat is niet de bedoeling want het is de hoogste tijd dat er iets verandert in het traditionele Nederlandse vrijeschoolonderwijs.’
Jamilah Blom behaalde na haar opleiding tot leerkracht haar master pedagogiek. In 2007 nam ze afscheid van de basisschool en ging zij als docent en coördinator aan de slag op de Hogeschool van Amsterdam. Daar stond ze aan de wieg van het vak diversiteit en inclusie. In 2020 keerde Jamilah terug naar het po, dit keer als directeur van Waldorf aan de Werf.
Interview door Jamilah Blom