Twee jaar lang werkte Wouter Modderkolk met Jan Jaap Hubeek aan de podcast over inclusie en diversiteit. Samen voerden ze tientallen gesprekken met docenten, schoolleiders en experts. Wat leverde de reeks Wouter op en hoe kijkt hij nu naar het thema inclusie en diversiteit?
Je hebt veel mensen gesproken en bevraagd. Ondertussen sta je zelf ook voor de klas. Wat heeft de podcast jou persoonlijk opgeleverd?
‘De podcast heeft vooral mijn bewustzijn enorm ontwikkeld. In het begin vond ik het soms best confronterend. Ik begon mijn zoektocht vanuit de vraag of ik mijn aandacht niet besteedde aan de verkeerde kinderen. Zij die het al goed hadden, die al meekomen en helemaal passen op de vrijeschool. Als vrijeschoolleraar wil je elk kind zien, maar zag ik de ander wel écht? En dan vooral de ander die niet zo is zoals ik? De gesprekken maakten voor mij duidelijk dat het tijd is dat we met een meer open blik naar de wereld kijken en ruimte maken om de ander en het andere te ontmoeten.’
‘Ik denk dat er twee bewegingen nodig zijn: een innerlijke en een uiterlijke. Die laatste beweging gaat over hoe we als vrijescholen ons verhaal uitdragen. Ik ben niet voor keiharde marketing om zieltjes te winnen. Maar ik denk wel dat het goed is als mensen met een andere culturele achtergrond een beter beeld krijgen van wat het vrijeschoolonderwijs is en inhoudt. Daarvoor is het zinvol om eens te onderzoeken en te vragen wat de ander zoekt in het onderwijs. Hoe inspirerend is het als je leraren er tijdens een studiedag op uitstuurt om aan tenminste vijf mensen met een andere achtergrond te vragen wat voor hen belangrijk is in het onderwijs. Kijk dan eens welk gesprek er ontstaat en welke verbinding er zijn. Want die zijn er, je moet je er alleen bewust van zijn en ze weten te benutten. Denk bijvoorbeeld aan het beeld van het laatste avondmaal rondom het Paasfeest. Kun je, als je hier aandacht aan besteed, niet ook de koppeling leggen met een Iftarmaaltijd die soms op hetzelfde moment een paar kilometer verderop plaatsvindt?
‘Als je inclusief onderwijs als ladder ziet, denk ik dat iedereen op een andere trede staat. Je hebt docenten die liever niet willen veranderen. Daar heb je je als progressieve leraar of schoolleider toe te verhouden. Ik denk niet dat je iemand kunt dwingen om het roer om te gooien en zo’n radicale verandering is ook niet nodig. Het belangrijkste is dat je in beweging blijft, zoals Steiner ook stelde. De een voelt veel energie om van de vijfde naar de negende trede van de ladder te springen, voor de ander is het al heel wat als hij van de eerste naar de tweede sport komt. Zolang er maar beweging is en niemand die dwarsboomt. Want dat kun je wel vragen, ook van docenten die geen actieve wil hebben om te veranderen. Accepteer dat er een beweging gaande is en ga daar niet voor liggen.’
‘Ik hoop dat wij als vrijeschoolbeweging goed naar onze leerlingen gaan luisteren. Zij willen meer diversiteit, dat hoor ik ook bij mijn leerlingen terug. Zij gaan naar hun baantje, voetbal of dansles en ontmoeten voortdurend kinderen uit andere culturen. Van die culturen zien zij op school weinig terug. Logisch en terecht dus dat zij vragen stellen bij het witte karakter van veel vrijescholen. Als je, zoals Biesta het verwoordt, subjectiverend onderwijs wilt verzorgen, dan moet je kinderen ook een realistische oriëntatie op de wereld geven. Nu laten we nog te vaak een wereld zien zoals die honderd jaar geleden bestond. Ik hoop dat er een sociale beweging op gang komt om daar verandering in te brengen.’
Illustratie: Rosylke Gersons, vrijeschoolleraar en illustrator